“Een stap in de goede richting”, zo noemt raadslid Niels Jeurink de nieuwe regionale woonafspraken tussen de provincie Overijssel en de gemeenten in (West) Overijssel.
Er was een extra raadsvergadering voor nodig om ervoor te zorgen dat ook de gemeente Kampen op tijd met de afspraken kon instemmen. Afgesproken was namelijk dat de gemeenteraad hierover vooraf een besluit zou nemen. Tijdens die vergadering, op 20 januari, ging de gemeenteraad unaniem akkoord met het voorstel. Daardoor worden er in Kampen niet méér woningen in plannen opgenomen dan er nodig zijn. Héél opvallend is ook dat er nog géén afspraken zijn gemaakt over woningbouw in Reeve, het zeer omstreden ‘bouwen over de Zwartendijk’. ‘Partijen zijn het daar nog niet over eens’, heet het.
Behoefte
In de woonafspraken spreken de gemeenten en de provincie onder veel meer af dat het aantal woningen in bestemmingsplannen niet groter mag zijn dan de behoefte aan woningen. Logisch, zou je zeggen, wie bouwt er nu meer dan er nodig is? Maar dat was tot nu toe bepaald niet de praktijk. Gemeenten beconcurreerden elkaar allemaal met plannen, het ene plan leek op papier nog mooier dan het andere. Aan de werkelijke behoefte aan woningen werd maar weinig aandacht besteed, want met een uniek plan zou de gemeente er vast wel in slagen mensen van heinde en verre te trekken. Waardoor dat plan dan in elk geval een succes zou worden. In Kampen bleken alle goedgekeurde bestemmingsplannen samen goed voor 109 % van de werkelijke behoefte aan woningen.
54.000 inwoners
De tijden zijn veranderd. Veel gemeenten kennen inmiddels een krimpende bevolking. In Kampen is dat nog niet zo ver; Kampen profiteert van de groei die Zwolle volgens de prognoses van bijvoorbeeld het Planbureau voor de Leefomgeving nog vele jaren zal hebben. Ook in Kampen groeit de bevolking dus, recent passeerden we nog de grens van 52.000 inwoners. De verwachting is dat de bevolking nog zal doorgroeien tot zo’n 54.000 inwoners. Van snelle groei is met andere woorden al lang geen sprake meer.
Kijken we wat meer in detail, naar hoe de diverse leeftijdsgroepen zich ontwikkelen, dan zien we dat eigenlijk alleen de leeftijdscategorie 65+ nog groeit. Niet vreemd en ook niet zo erg natuurlijk, dit noemen we ‘vergrijzing’, maar je moet daar wel rekening mee houden in je woonbeleid. Mensen van 65 jaar en ouder hebben nu eenmaal andere woonwensen dan, zeg, jonge gezinnen.
Nog te veel
In de nieuwe afspraken wordt jammer genoeg nog niet naar het soort woningen gekeken maar alleen naar de aantallen. Daarom spreekt GroenLinks ook van een stap in de goede richting. Want er moet nog meer gebeuren. Precies genoeg woningen bouwen is namelijk ook nog te veel. Jeurink: “Je zet dan de lokale woningmarkt op slot omdat je altijd ‘nee’ moet zeggen tegen nieuwe plannen. En soms zijn er best goede ideeën voor ‘inbreiding’, woningbouw in een stukje in de gemeente dat vrij komt voor bebouwing”. Het advies van deskundigen is daarom veel verder te gaan en in de bestemmingsplannen niet meer dan 70-80 % van de totale behoefte op te nemen. De komende maanden wordt in het gemeentehuis uitgewerkt wat dat voor de gemeente betekent, ook in financiële zin.
De bijdrage van GroenLinks in de Gemeenteraad van 20 januari 2016 was als volgt:
Aantekeningen extra gemeenteraad 20 januari 2016 – regionale woonafspraken
GroenLinks gaat akkoord met het raadsvoorstel regionale woonafspraken. We vinden het een goede zaak dat er nu voor het eerst echt regionale afspraken worden gemaakt en enigszins kritisch wordt gekeken naar de aantallen te bouwen woningen en naar de aard van die woningen.
Door dit akkoord nemen we in het bestemmingsplan dus niet langer de mogelijkheid op om méér te bouwen dan we eigenlijk van plan zijn. We weten al lang dat er veel te veel bouwplannen waren, met onverkoopbaarheid en leegstand van bestaande woningen als gevolg. Met alle gevolgen van dien, denkt u schulden die niet kunnen worden afbetaald en aan verpaupering. Dat we nu de plancapaciteit verkleinen vinden we dus een goede zaak. Wel willen we daar enkele kanttekeningen bij maken:
- Voor Kampen gaat de maximale plancapaciteit hierdoor van 109 naar 100 %. We wijzen erop dat een beduidend lager percentage dan 100 % geadviseerd wordt. Dat vinden wij ook terecht, gelet op de andere woonafspraken, zoals die over stedelijke vernieuwing en wonen&zorg. We horen graag welke stappen het college daarin voor ogen heeft.
- Het verder verlagen van de plancapaciteit moet niet worden gezien als een legitimatie van het plan Reeve. We moeten juist minder woningen plannen om de lokale woningmarkt niet op slot te zetten. Zo blijft er ruimte voor kleinere bouwplannen en de ombouw van winkels, scholen en kantoren naar woningen bijvoorbeeld.
- Inbreiden zou ten koste kunnen gaan van het groen in de stad, zegt men heel gemakkelijk. Wij zijn daar niet bang voor. We hebben een vastgestelde groenstructuur, waaraan we ons moeten houden. Hiervan maken alle belangrijke groengebieden in Kampen, IJsselmuiden en de kernen deel uit. Buiten die groenstructuur zijn er al veel locaties aangewezen als bouwlocatie; in onze ogen bieden die ruimte genoeg tot in de lengte van jaren. En dan kijken we nog niet naar locaties als Bovenhavenstraat, de oude HBS, het schoolgebouw in de Buitennnieuwstraat en zo kunnen we door gaan.
- Dit voorstel kijkt zoals ook in de commissie al opgemerkt alléén naar de aantallen woningen, en nog niet naar het type woningen. En dat moet hierna natuurlijk óók nog gebeuren.
- Afspraak 11.2: De gemeente zet zich maximaal in om in 2020 45% van de eigen koopwoningvoorraad op minimaal label B te brengen. In het Milieubeleidsplan ontbreekt dit doel op dit moment. Welke extra maatregelen gaat de wethouder nemen om dit te bereiken?
Over Reeve moeten nog nadere afspraken worden gemaakt, lezen we. Terwijl dit akkoord ook volop aan het plan Reeve raakt. We kiezen nu voor 100 %, dus onze bestemmingsplannen hebben helemaal geen overcapaciteit. Dan weten we meteen dat er geen behoefte is aan het plan Reeve. Ik citeer het rapport van Stec, blz. 4: "Slechts één derde verhuist over de gemeentegrens heen; vooral uit werk- en studiemotieven." Twee derde van de mensen moet dan dus uit Kampen komen, en voor hen bouwen we in andere plannen al ruim voldoende, anders zaten we namelijk niet op 100 %.
Reeve kan dan met andere woorden nooit aan de ladder van duurzame verstedelijking voldoen. Die ladder zegt immers: eerst bouwen in de bebouwde kom, en wanneer je daar echt geen mogelijkheden meer hebt mag je pas overwegen in het weiland te gaan bouwen, of wat daar nu nog van over is over de Zwartendijk.
Er moeten nu dus nog afspraken worden gemaakt over Reeve. Na de uitspraak van de Raad van State is dit akkoord een volgend besluit dat gevolgen heeft voor Reeve. Hoe ziet het college het proces voor zich om tot die afspraken te komen en hoe wordt de gemeenteraad bij de besluitvorming betrokken?